Opinie: “We laten kansen liggen in de behandeling van onbehandelbaren” (Kaat Vanthuyne)

Op vrijdag 28 januari verscheen een opiniestuk in De Standaard n.a.v. de recente tragische dood van kleuter Dean, geschreven door TANDEM-collega Kaat Vanthuyne.

Als werking binnen het Vlaams Overlegplatform Geestelijke Gezondheid ondersteunt TANDEM de toeleiding van gedetineerden met een psychische kwetsbaarheid (inclusief verslavingsproblematieken) naar de gepaste zorg en hulpverlening na detentie.


“Laat ons ten minste beroep doen op de goed uitgebouwde programma’s voor geïnterneerden?”

 

Het nieuws over de trieste dood van kleuter Dean heeft ons allemaal geschokt. Ook binnen de geestelijke gezondheidszorg blijven we verweesd achter. Had er meer kunnen gebeuren? Welke lessen moeten we trekken om herhaling te voorkomen?

Mensen opsluiten in een gevangenis zonder hun onderliggende problemen te behandelen is alvast geen goed idee. Misdaden moeten uiteraard bestraft worden. Maar de onderliggende psychische problemen of verslavingen moeten ook behandeld worden. Uit onderzoek blijkt dat gevangenen met een ernstige persoonlijkheidsstoornis veel meer hervallen als ze niet behandeld worden. Na de vrijlating is er dus een grotere kans dat ze opnieuw ernstige feiten zullen plegen. Net om die reden moet de behandeling bij voorkeur al worden opgestart in de gevangenis en moet tijdig de brug worden gemaakt met de juiste professionele zorg na de detentie.

Wat zeker in vraag moet gesteld worden is de manier waarop nu de diagnose wordt gesteld? Bij het begin van de detentie is er een gesprek met de gerechtspsychiater dat allesbepalend is voor de diagnose. De omstandigheden zijn allesbehalve ideaal. Soms zijn gedetineerden nog onder invloed. Of ze proberen de feiten te verdraaien in de hoop een mildere straf te krijgen. En de werkdruk van de gerechtspsychiater is niet min. Op korte tijd moet die oordelen of de gedetineerde behandelbaar is of niet. Dat bepaalt het volledige verdere traject.

Het zou beter zijn om eerst een ruime periode van observatie binnenin de gevangenis te voorzien, zoals in Nederland gebruikelijk is. Dan pas kan je een grondig oordeel vellen of de betrokkene al dan niet behandelbaar is. Op deze manier maken we de detentieperiode zinvol en krijgt de gedetineerde met een psychische problematiek ook de kans om aan zichzelf te werken. Daarna kan er een veel betere inschatting worden gemaakt over de haalbaarheid van een behandeling en de toeleiding naar de gespecialiseerde zorg.

De wetgeving maakt bij de beoordeling van misdadigers het onderscheid tussen wie toerekeningsvatbaar is en wie dat omwille van een psychische problematiek niet is. In het eerste geval volgt een veroordeling en een straf. In het tweede geval volgt een internering en kan deze terecht in een van de gespecialiseerde centra binnen de forensische zorg. Als daar wordt vastgesteld dat de persoon onbehandelbaar is wordt geopteerd voor een levenslang verblijf in een ‘long-stay’ unit. Net om te voorkomen dat ze opnieuw ernstige feiten zouden kunnen plegen.

De gespecialiseerde zorg van de forensische diensten is dus ontoegankelijk voor veroordeelde gevangenen. Wordt het geen tijd dat deze diensten mensen in behandeling kunnen nemen op basis van hun psychische problematiek in plaats van hun juridisch statuut?

Er zijn dus nog een pak uitdagingen als we drama’s als dat met Kleuter Dean willen voorkomen. Een betere toeleiding tot de juiste zorg is essentieel. Daarmee moeten we starten tijdens de detentie. Het helpt de betrokkenen en maakt de samenleving veiliger. Ook al beseffen we dat we nooit alles kunnen oplossen of voorkomen zoals Psychiater Kirsten Catthoor eerder deze week terecht aanhaalde.

Maar we zien wel  dat vele hulpverleners, samen met ons, dag in dag uit het beste van zichzelf geven om met gedetineerden aan de slag te gaan. Toch denken we dat we hier nog veel kansen laten liggen. Dat er een roep ontstaat naar langere straffen is een normale reflex. Maar wie de sector kent weet al te goed dat tien jaar in detentie verblijven meer nadelen heeft dan voordelen. Als we de samenleving veiliger willen maken investeren we best in betere zorg.

Kaat Vanthuyne – Coördinator TANDEM

Geplaatst in Actualiteit, In de media, Opinie en getagd met , , , .