Manoe Hollanders (PXL): “Het komt anders binnen wanneer iemand uit eigen ervaring vertelt”

‘Als ervaringsdeskundige kan ik vanuit mijn eigen verleden begrip tonen voor de bewoners. Ik kan een voorbeeld zijn, en hoop geven voor de toekomst’, vertelt Gi Loockx, ervaringsdeskundige binnen Katarsis. ‘Ze zeggen mij ook vaak dat ik dingen op een totaal andere manier verwoord dan mijn collega’s. Ik weet nog hoe ik vroeger zelf was. Psychologen hadden in mijn ogen alles uit boeken geleerd en wisten niets van hoe het echt zat. Die mening heb ik nu herzien, maar het blijft anders om te kunnen praten met iemand die het zelf heeft meegemaakt.’

Loockx is 39 jaar en is nu dertien jaar clean. Zijn moeilijke jeugd en thuissituatie vol alcoholmisbruik en ruzies zorgde ervoor dat hij steeds minder goed in zijn eigen vel zat. In het druggebruik en het bijhorende milieu vond hij zijn plaats tussen de andere buitenbeentjes. Na een lange, moeilijke, maar ook leerzame weg af te leggen beslist hij om zijn leven terug op de rails te krijgen.

Net als zijn collega Kristof Kusters, ook ervaringsdeskundige, besluit hij na een tijd om zijn ervaringen te delen met mensen die zich in dezelfde situatie bevinden waar hij ooit zat. ‘Toen ik het programma volgde waren er ook een aantal ervaringsdeskundigen’, vertelt Kusters. ‘En wanneer zij iets vertelden, had ik het gehoord. Dat drong door. In de kansarmoede heb je vaak het probleem van the missing link, als je dan een ervaringsdeskundige hebt kan die link wél gemaakt worden. Bij verslaafdenzorg is het net hetzelfde.’

The missing link

Door de aanhoudende maatschappelijke uitsluiting van mensen die kampen met een verslaving groeit er een kloof tussen hen en de rest van de samenleving. Dit zorgt ervoor dat mensen die nooit verslaafd geweest zijn, grotendeels onbekend blijven met wat een verslaving precies inhoudt. Aan de andere kant is het voor mensen met een verslaving moeilijk om zich in te leven in het perspectief van de samenleving. Deze missing link gaat dus over een wederzijds niet kennen van elkaars leefwereld, verwachtingen, denkpatronen en normen.

De aanwezigheid van een ervaringsdeskundige kan hier een enorme impact hebben. Loockx en Kusters creëren vanuit erkenning, reflectie en begrip ruimte voor de bewoners om zelf aan hun herstelproces te werken. Ze zetten hun eigen ervaringen in, en bieden ze hoop vanuit een doorleefd herstel.

Sander V. is 21 jaar oud en heeft zes weken doorgebracht in Katarsis. ‘De manier waarop Gi zijn verhaal vertelt, en de manier waarop dat tot mij door is gedrongen, zijn niet te beschrijven. Het komt anders aan wanneer iemand uit ervaring spreekt, ik voelde me ook meer begrepen dan wanneer ik bijvoorbeeld met een sociaal werker praatte.’

In het volgende filmpje gaat Sander wat dieper in op zijn verhaal:

Individuele begeleiding

Katarsis is een revalidatiecentrum voor zowel mannen als vrouwen vanaf 16 jaar die kampen met een afhankelijkheidsproblematiek. Dat kan gaan over illegale drugs, maar ook alcohol en medicatie zijn vaak de basis van deze problemen. ‘We bieden een residentieel, groepsgericht en sterk gestructureerd programma aan. Daarnaast hebben we ook bijzondere aandacht voor individuele begeleiding’, legt Loockx uit. Deze individuele coaching bestaat onder andere uit individuele medische opvolging, psychodiagnostische screening, begeleiding van de familie en emotionele ondersteuning. Onder begeleiding van deskundigen wordt voor iedere bewoner een programma op maat uitgewerkt. Dat kan gaan van een detoxprogramma van 6 weken, tot een langdurig programma in de therapeutische gemeenschap.

Het centrum biedt zijn bewoners voldoende ruimte om zichzelf verder te ontdekken. Wel is het belangrijk dat elke bewoner zich bereidwillig opstelt en respect heeft voor de ander. ‘Je mag al eens een beetje kwaad zijn. Dat hoort bij het proces, niemand is perfect. Wat niet in orde is, is agressie. En gebruik, maar dat lijkt me vanzelfsprekend’, vertelt Loockx. Wie herhaaldelijk liegt, zich te vaak agressief opstelt, of zich niet aan de afspraken houdt, riskeert het om weggestuurd te worden. ‘Als je hier niet bent omdat je stil wil staan bij je verslaving of omdat je kritisch naar jezelf wil kijken, dan kunnen we niet veel voor je doen. Alles begint bij de wil om beter te worden.’

Detox

‘Tijdens de coronaperiode hebben we onze intakes heel klinisch moeten doen, maar in corona-vrije tijden is dat niet de bedoeling’, vertelt Loockx. Aan de voordeur wordt de lichaamstemperatuur opgemeten, iedereen die binnenkomt moet zijn handen ontsmetten en de familie moet buiten blijven staan om afscheid te nemen. ‘Normaal hebben we binnen nog een gesprek met de familieleden, maar dat kan nu dus niet. Familiewerking neemt achteraf wel contact op.’

Na de begroeting laten de nieuwe bewoners hun kleding achter voor controle. Medewerkers kijken broek- en jaszakken na, en controleren of de nieuwe bewoner geen drugs probeert binnen te smokkelen. ‘Het is al gebeurd, maar gelukkig niet vaak’, stelt Loockx gerust. ‘Soms vergeten mensen wel eens iets uit hun portefeuille of broekzak te halen, maar doelbewust meebrengen gebeurt zelden.’

Door het samenleven in groep worden de bewoners geconfronteerd met delen van zichzelf waar ze normaal misschien niet zo veel aandacht aan geven. Frustraties, conflicten, maar ook goede momenten worden drie keer per week in een open groep besproken. Vier keer per week wordt er tijd gemaakt voor een sportieve activiteit, om zowel het psychische als fysieke herstel te ondersteunen. ‘Vaak wordt het gezien als uitlaatklep, ze moeten ergens met hun energie naartoe kunnen’, geeft Loockx mee. ‘Maar het geeft ook meer zelfvertrouwen. De bewoners worden fysiek sterker, en gaan zich hierdoor ook mentaal sterker voelen.’ Ook is er ruimte voor psycho-educatie. De bewoners krijgen bijvoorbeeld informatie over hoe een verslaving werkt op de hersenen, of over de verschillende producten en wat deze producten precies inhouden.

In het weekend worden leuke activiteiten gepland, zoals bowlen, naar de film gaan of een uitstapje naar het blotevoetenpad. ‘Alles kan. Ze krijgen wel een beperkt budget, vijf euro per persoon per weekenddag. Nu met corona kunnen we niet veel doen. Je mag maar in een groep van vier op straat komen, en we zijn soms met elf. ’

De bewoners proeven tijdens deze eerste zes weken van hoe het voelt om de leiding te nemen, maar ook van hoe het is om de teugels los te laten en de leiding over te geven. Hierna kunnen ze terug naar huis, hebben ze de optie om ambulante nazorg in te schakelen of verblijven ze verder in residentiële behandeling.

Therapeutische gemeenschap

Na zes weken in de detoxafdeling kunnen bewoners overgaan naar de therapeutische gemeenschap van Katarsis. Hier leren ze zelf hun dagelijkse leven te organiseren, en opnieuw aandacht te geven aan aspecten van het leven die ze als verslaafde mogelijk verwaarloosden. Net zoals in het leven buiten de therapeutische gemeenschap kunnen hier ook spanningen en conflicten ontstaan. Daarom worden er in groep therapiesessies gehouden waarin de bewoners leren om deze problemen constructief aan te pakken. ‘Doorheen het hele programma gaat er veel aandacht naar gevoelens. Welke verschillende gevoelens er zijn, hoe de bewoners hiermee om kunnen gaan… Dat is iets waar we veel belang aan hechten’, legt Loockx uit.

Nadat de bewoners hun programma hebben afgerond, kunnen ze nog steeds rekenen op ambulante nazorg. De ondertussen ex-bewoner staat nu op eigen benen maar kan wel altijd een teamlid van Katarsis bereiken voor raad of advies. ‘Het is vooral belangrijk dat je na verloop van tijd opnieuw stabiel gaat functioneren. In het begin kom je van alles tegen. Je wordt overspoeld, je ziet het soms niet meer zitten, maar op een gegeven moment vind je die stabiliteit terug.’

Community as Method

Binnen Katarsis wordt de sociale context gebruikt om het gedrag, de identiteit, en de manier van leven van een individu te beïnvloeden en te sturen. Verslavingsexpert George De Leon gebruikt hiervoor de term ‘Community as Method’. Dit betekent dat de deelnemers, oftewel therapeutic agents, aan wederzijdse zelfhulp doen. Ze zijn verantwoordelijk voor zichzelf, maar ook voor elkaar. ‘Het programma is zo opgesteld dat je jezelf gaat tegenkomen. Dan sta je voor de keuze: pak je je problemen aan, of ga je ervoor wegvluchten? In het begin kan je wel eens met een excuus wegkomen, maar op een gegeven moment gaat de groep er genoeg van krijgen als je constant uitvluchten verzint’, vertelt Loockx. In de therapeutische gemeenschap krijgt iedereen een rol toegewezen, volgens een hiërarchische structuur. Bewoners kunnen van de onderste treden van de piramide naar boven klimmen, meer ook van boven naar onder verplaatst worden. ‘Elke dag vindt er wel een overlegmoment plaats met het team, maar het zijn de bewoners die al het werk moeten doen.’

Zowel de bewoners als het personeel dragen bij aan de mini-maatschappij die binnen de muren van Katarsis leeft. Ze maken samen keuzes over de dagindeling en over de weekendbesteding, en over de organisatie binnen de gemeenschap. Het uiteindelijke doel is dat de bewoners zichzelf leren helpen met hulp van anderen. Hoe meer iemand geeft, hoe meer hij ook terugkrijgt. Wie iemand aanspreekt, zal ook terug aangesproken worden. Dit hoeft natuurlijk niet altijd negatief te zijn. ‘Op vrijdag maken we tijd om elkaar complimentjes te geven, zodat de week op een positieve manier afgesloten wordt. Sommige bewoners hebben al lang geen complimentjes meer gekregen en reageren hier in eerste instantie wat onwennig op, maar op lange termijn zie je dat ze hierdoor wel groeien.’

Door deze constante uitwisseling worden de bewoners bewuster van zichzelf, zowel de positieve punten als de werkpunten. Mensen zien de dingen die hen storen aan zichzelf altijd sneller in andere mensen terug. Binnen de psychologie wordt dit aangeduid met de term projectie. Wanneer iemand bepaalde eigenschappen of emoties van zichzelf probeert te ontkennen, schrijft hij deze toe aan iets of iemand anders om een stukje van die nervositeit weg te kunnen nemen. Het is een afweermechanisme tegen de negatieve emoties die mensen ervaren wanneer ze moeten toegeven dat ze zelf ook kleine kantjes hebben. Deze theorie werd ontwikkeld door de bekende psychiater Sigmund Freud, overigens ook een van de eerste mensen die het woord catharsis binnen de psychische hulpverlening gebruikten.

Luister hier naar het verhaal van Gi:

Stigma

Er is nood aan een betere beeldvorming naar verslaving toe. Door preventiewerk, acties in de media, en door het onderwerp via elke mogelijke manier bespreekbaar te maken kan de kloof tussen ‘een gezonde’ en ‘een verslaafde’ een stuk kleiner worden gemaakt. ‘Als je een herstelverhaal deelt, installeer je hoop’, vertelt Kusters. Vaak zijn mensen bang van de reactie van hun omgeving, zeker als die omgeving niet op de hoogte is van het probleem dat zich heeft afgespeeld. ‘Zelf heb ik meestal wel goede reacties gekregen. Ik snap dat mensen schrik hebben, want je geeft ook een deel van jezelf bloot, maar erover praten is de enige manier om het bespreekbaar te maken.’

Niet alleen de omgeving werkt stigmatiserend. Ook de persoon in kwestie kan zichzelf als het ware brandmerken. Dit wordt zelfstigma genoemd, en dit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft na bijvoorbeeld verslaafd te zijn geweest. ‘Ik heb veel dingen verkeerd gedaan en ik heb lang geloofd dat ik niet beter verdien, maar daar moet je op een bepaald moment boven komen te staan. Het is niet omdat je verslaafd bent geweest, dat je geen kansen meer krijgt in de wereld’, vertelt Loockx. ‘Wat geweest is, is geweest. Het is de toekomst die telt.’

Manoe Hollanders
oorspronkelijk gepubliceerd op medium.com

Ieder jaar krijgen studenten Journalistiek aan de hogeschool PXL in Hasselt de opdracht om multimediale reportages (audio, beeld, tekst) te maken rond een bepaald thema dat gekozen worden in samenwerking met een partnerorganisatie. Dit academiejaar werd in samenwerking met het Vlaams Overlegplatform Geestelijke Gezondheid (VLOGG) gekozen voor het thema herstelgericht werken en ervaringsdeskundigheid.
Geplaatst in ervaringsdeskundigheid, herstelgericht werken en getagd met , , , , , , .